Een bomscherf in de roggepap
Het oorlogsdagboek van Teunis Titus Brandsma.
PUTTEN - Een oorlogsdagboek alleraardigst noemen, lijkt een gotspe. Toch is het datniet. ‘Nu gaat het spel beginnen’ kenmerkt zich door een bijna luchtige
vermakelijkheid over het alledaagse. Toch staan de postuum uitgegeven
gedichtenspinsels van Teunis Titus (Teun) Brandsma nergens haaks op de grimmige laatste zeven maanden van de Tweede Wereldoorlog.
‘Van Putten naar Dieren gefietst over Stroe, Harskamp en Otterlo.’ Een Veluwser
begin, op 29 september 1944, is nauwelijks denkbaar. Hoe kan het ook anders, als
28-jarige ‘pennenlikker bij houtbedrijf Hupkes te Dieren en verloofd met Cooba’the Bönker uit Putten.’ Wat volgt, is een levendige bundeling van korte of langere notities. Uit de laatste van 18 april 1945: ‘Op Drie nog even nieuws gevraagd, maar niets wijzer geworden over Putten. Onder Ermelo zou nog gevochten worden. Maar geen Cootje. Die was de intocht van de Tommy’s gaan bewonderen.’Teun Brandsma, die met zijn vrouw decennia in Putten zou wonen, overleed in 2006. ‘Coobaa’tje’ was hem al voorgegaan. Het dunne boekje, gelardeerd met foto’s, scansen (aan-)tekeningen, werd samengesteld door zoon Harmen Elisa (Harry) Brandsma en diens broer Theo. Harry: „In zijn laatste jaren kreeg vader de tijd om terug te kijken. Hij kreeg een notebook om zijn oude dagboek over te typen, zodat het voor ons toegankelijk werd. Soms waren het fragmenten in telegramstijl. Eén pagina uit het originele dagboek is als bijlage opgenomen. Verder hebben we de leesbaarheid vergroot, waarbij de creatieve schrijfwijze gehandhaafd bleef.’
Razzia van Putten
Met ’Nu kan het spel beginnen’ zinspeelt de schaker Brandsma op de oprukkende
geallieerden. In zijn dagboek pendelt hij, als hij niet aan het werk is bij de
houthandel, in de chaotische oorlogsmaanden op zijn Jiets heen en weer tussen
Dieren, Putten, Otterlo, Velp etc. Hij verleent hulp met zijn EHBO-koffertje. Brengt boodschappen over. Maakt luchtaanvallen mee. Wordt door de Duitsers van zijn verlovingsring beroofd. Schrijft over de razzia in Putten, die ook en broer van zijn verloofde in Neuengamme zijn leven zou kosten. De onderkoelde toon van Brandsma’s observaties laten de werkelijkheid daarbij krachtiger spreken dan wanneer deze sensationeel verwoord zou zijn. Juist dit ontbreken van effectbejag, houdt Brandsma’s pen scherp: ‘Er is een V1 in een bosperceel terechtgekomen. Een zekere Kip uit Nieuw Dieren, een jongen van 22 jaar, ging eraan peuteren terwijl hij nog aan het snorken was (aandrijvingsgeluid - red.). Resultaat: het hele geval de lucht in, de jongen natuurlijk aan flarden.’
De eenzame Fietser gebruikt termen als ‘bommetjes’, ‘jagertjes’, ‘bromtollen’. Noemt zijn moeder ‘een kranig ouwetje’ nadat zij met een mud aardappelen twee uur door het water moest lopen. Ook laat zij per ongeluk een bomscherf in de roggepap vallen. Over de vele ‘aanlopers’ in zijn ouderlijk huis schrijft hij: ‘Je kunt je gat haast niet roeren, laat staan een brief schrijven aan je grietje.’ Mijmert ‘Je zou haast onuitroeibaar zeggen’ over twee Duitse spoorwegmannen die een bombardement overleven. Ondanks de relatief geringe omvang laat ‘Nu kan het spel beginnen’ de lezer achter met het gevoel een lijvig avonturenboek doorworsteld te hebben. Het komt door de trefzekere details waarmee Brandsma tegelijk ook grotere verbanden schetst. Dit persoonlijke kleinood uit de oorlogsjaren, vormt een welkome aanvulling op bestaande grotere oorlogskronieken. De nieuwe druk bevat een kaart met alle beschreven Jietsroutes.
Klik hier voor meer informatie.