Leerlingen groep acht herdenken de razzia van ‘44
,,Kijk, daar staan de namen van de drie broers van mijn oma”, zegt een meisje van een jaar of twaalf. Een bezoek aan de Gedachtenisruimte door leerlingen van groep acht van de Puttense basisscholen was ook dit jaar weer onderdeel van de jaarlijkse herdenking van de razzia. Nu 61 jaar geleden, maar nog altijd tastbaar.
door Luuk Obbink
De gedachtenisruimte is zojuist hersteld na een inbraak, een paar weken geleden, waarbij met brute kracht het kluisje voor giften uit de muur werd gebroken. Er zijn maatregelen genomen om het nieuwe kluisje extra stevig in de muur te verankeren. ,,Die krijg je er niet meer uit”, zegt beheerder Gert van Dompseler, terwijl leerlingen van groep acht van twee basisscholen langs de foto’s schuiven en de lijsten met namen bekijken.
Bij de ingang hangt inmiddels een bordje met de waarschuwing dat iedereen die binnenkomt op video wordt vastgelegd. ,,Daar hangen de camera’s”, zegt Van Dompseler, wijzend op een aantal donkere halve bollen bovenin de ruimte. ,,Ze zijn vandalismebestendig. Je krijgt ze zelfs met een hamer niet kapot.”
Koningin Juliana
Tegen de driehonderd leerlingen van de groepen acht van de Puttense basisscholen hebben afgelopen vrijdag de razzia van 61 jaar geleden herdacht. Ze deden dit groepsgewijs met activiteiten op vijf locaties: bij het monument van het vrouwtje van Putten; bij de Gedachtenisruimte; met een film op school De Korenbloem; met een toespraak in de Oude Kerk en met de uitreiking van een boek in De Aker.
De film die bij De Korenbloem werd vertoond was een montage van deels historische beelden, die toegelicht werd door J. van Hell van de stichting Oktober 44. Onder meer was de onthulling door koningin Juliana te zien van het monument van het vrouwtje van Putten, de bevrijding van Putten en een bezoek dat Canadese bevrijders jaren later aan Putten brachten.Bij het bezoek aan het monument kwam ook weer het vandalisme aan de orde. Afgelopen voorjaar hebben jongeren het monument met teer besmeurd. De schoonmaak met een hogedrukreiniger heeft het monument geen goed gedaan.
Volgens Pieter Dekker van de stichting Oktober 44, die tien keer achtereen hetzelfde praatje mag houden, is er inmiddels een vermoeden wie de daders zijn. ,,Het zijn in ieder geval jongeren die toen ze in groep acht zaten hier ook hebben gestaan om te horen waarom hier een monument staat”, zegt hij. Vandaar dat hij tot tien keer toe met enthousiasme en betrokkenheid blijft vertellen dat hier vroeger een aantal woningen heeft gestaan, dat bij de razzia in brand is gestoken. ,,Je hoopt dat er iets van blijft hangen, zodat ze ook als ze wat groter zijn respect houden voor het monument”, aldus Dekker.
Niet zomaar een dorp
Ook vertelt hij de jongeren dat het monument aan een forse opknapbeurt toe is, die waarschijnlijk erg kostbaar gaat worden. ,,Het monument kostte destijds 10 duizend gulden”, vertelt hij. ,,En opknappen kost misschien wel 100 duizend euro.” De gemeente heeft inmiddels een werkgroep in het leven geroepen die gaat onderzoeken wat de mogelijkheden zijn.In de Aker hebben de leerlingen even een rustmoment met een glaasje fris. Ook krijgen ze daar het boek ‘Niet zomaar een dorp’ van Else Flim uitgereikt. De Oude Kerk is groot genoeg om meerdere groepen in één keer te ontvangen, zodat wethouder Evert de Graaf, in zijn functie van bestuurder van de stichting Oktober 44, zijn verhaal maar vier keer hoeft te vertellen. ,,Mijn naam is Evert Hendrik de Graaf”, steekt hij van wal. ,,Ik noem in dit geval mijn beide namen omdat ik ben vernoemd naar de broers van mijn vader en van mijn moeder, die beiden bij de razzia zijn afgevoerd.” Zo is het gelijk concreet.
En dan vertelt hij verder, te beginnen met wat aan de oorlog vooraf ging. ,,Wie was die nare man die in de aanloop van de oorlog de baas was in Duitsland?”, vraagt hij de kinderen. Dat weten ze wel. En ook welke landen er in oorlog waren. En dan komt hij op de nacht van 30 september op 1 oktober 1944. De Graaf vertelt het alsof het een spannend jongensboek is, met dat verschil dat het deze keer niet goed afloopt. ,,Het verzet had via Radio Oranje opdracht gekregen om een aanslag te plegen. De bedoeling was om een auto met Duitsers bij de Oldenallerbrug aan de Nijkerkerstraat tegen te houden en met kogels te doorzeven. Het verzet zou de auto met militairen en al in een diepe kuil begraven, zodat de Duitsers nooit zouden weten wat er was gebeurd. Maar het ging mis. De auto reed iets te ver door en het wapen weigerde.”
Omder schot
De Duitsers besloten Putten keihard aan te pakken, vertelt De Graaf de kinderen. Bij de razzia werden zeven mensen doodgeschoten en honderden bijeengedreven, onder meer in de kerk waar hij zijn verhaal houdt. ,,Soldaten hielden de mensen hier vanaf de gallerij onder schot”, zegt hij, naar boven wijzend. “En toen was er geen toilet. Mensen moesten hun behoefte doen in het portaal. Er zijn nog steeds mensen die deze kerk niet via dat portaal willen binnenkomen, omdat ze de stank dan weer ruiken. Als de daders zich niet zouden melden, zouden de mannen worden afgevoerd. Een van de daders zat in de kerk, maar die heeft zijn mond gehouden. Misschien was het allemaal wel heel anders gelopen als hij zich had gemeld.”
De mannen werden uiteindelijk afgevoerd naar kampen in Duitsland, waar zij werden kaalgeschoren en een nummer kregen. ,,Ze waren geen mens meer, maar een nummer. En ze zijn heel hard aangepakt”, zegt De Graaf. ,,Eén man had door een afwijking een kromme rug. Hij werd gedwongen om recht in het gelid te staan. Dat kon hij niet. Het is verschrikkelijk om te vertellen, maar ik vind dat ik het toch moet doen Ze hebben hem op een bok gelegd en net zolang met een knuppel op zijn rug geslagen tot zijn rug recht was. Maar toen was hij wel dood. Dat was het eerste slachtoffer in het kamp.”
En zo volgden er velen. Mannen werden gedwongen met een minimum aan voedsel zwaar werk te doen: het graven van tankgangen. ,,De mannen stierven als ratten”, zegt De Graaf. Van de 661 afgevoerde mannen kwamen er uiteindelijk slechts 49 terug, waarvan er drie nu nog in leven zijn. ,,Duizenden kinderen zoals jullie zijn op deze manier hun vader kwijtgeraakt”, besluit De Graaf zijn verhaal.
,,Het blijft indrukwekkend”, zegt hij, als de groep kinderen plaatsmaakt voor de volgende groep.
De volgende dag vond bij het monument de officiële herdenking plaats, dit jaar op 1 oktober vanwege de zondagsrust. Ook een delegatie van leerlingen legde een krans.
Voor het betreden van de Oude Kerk houden leerlingen even stil bij de gedenksteen.