Het einde van het jaar is de tijd om terug te blikken. De broers Henk en Job van der Burg kijken zeventig jaar terug, naar Putten.
de Stentor Hemmy van Reenen
PUTTEN 30-12-2014
Als Job van der Burg (69) voor de winkel aan de Kerstraat 33 in Putten staat is hij ontroerd. Het is zijn geboortehuis.
Broer Henk van der Burg (74) was vier jaar oud toen hij in 1944 in Putten arriveerde met zijn ouders en zusje. In het jaar dat Putten voor de 70e keer de razzia herdacht, kijken de broers ook terug naar die tijd. Ze komen er speciaal voor naar Putten.
De broers uit Arnhem en Doorwerth hebben gebeld naar de koster van de Oude Kerk in Putten, met de vraag of ze een blik in de Oude Kerk mogen werpen. Hun vader is tijdens de razzia van 1 oktober 1944 samen met honderden Puttenaren opgepakt geweest. „We denken dat hij in de Oude Kerk gezeten moet hebben,” zeggen de broers.
Maar zeker weten doen ze het niet. De heren worden verwelkomd door de bestuursleden Pieter Dekker en Gert van Dompseler van de Stichting Oktober’44, de stichting die mee tot doel heeft om betrokkenen bij de razzia van 1 oktober 1944 te steunen.
Henk van der Burg weet nog dat hij en zijn familie uit Arnhem werden geëvacueerd. Het was in september 1944. „We reden op drie platte wagens. Waarom we precies naar Putten werden geëvacueerd weet ik niet, maar er gingen meer gezinnen naar Putten. Bij ons op de wagen zat de familie Bredenoord. De wagens waar we op reden waren van een meelmaalderij.”
De familie Van der Burg werd ondergebracht bij het gezin van kruidenier Otto van Noggeren in de Kerkstraat. Van Noggeren had een winkel van Spar en verhuurde een deel van zijn huis aan pensiongasten. Dit is waarschijnlijk de reden dat bij deze kruidenier evacuées werden ondergebracht. Vier evacuées, onder wie een zwangere vrouw, bij een Puttens gezin met vijf personen. In totaal negen mensen op een etage boven een winkel in de Kerkstraat.
Henk: „Tante Doetje kan ik me nog herinneren. Er was ook een meisje met een verstandelijke handicap, Joesje. Mijn vader hielp in de kruidenierswinkel Ik weet nog dat een houten kolenhok was achter het huis. Na de oorlog zaten er Canadezen in. Tijdens de oorlog hebben er volgens mij Duitsers in die kolenschuur gezeten. Mijn zusje en ik kregen kaas en sigaretten van die Duitsers.”
De huidige eigenaar van het winkelpand, Roel de Gier (91), woont op de bovenetage van de Kerkstraat 33. Hij praat met de broers Van der Burg. „Er stond hier inderdaad een kolenschuur,” zegt hij. „Maar ik denk dat er nooit Duitsers in hebben gezeten. En ook geen Canadezen. Later is de schuur afgebrand.”
De broers Van der Burg nemen een kijkje in de Oude Kerk. Job: „Mijn vader werd opgepakt tijdens de razzia, net als meneer Van Noggeren. Vader vertelde er nooit over. Mensen die de oorlog hebben meegemaakt praten er uit zichzelf weinig over. We weten dat hij vrijgelaten is om gezondheidsredenen. Hij was maagpatiënt. Iemand heeft hem herkend en een pleidooi gehouden bij de Duitsers dat mijn vader vrijgelaten moest worden op grond van zijn medisch dossier. Later hebben we begrepen dat de persoon die mijn vader vrijpleitte een NSB’er moet zijn geweest.”
De broers kijken in de Oude Kerk rond en denken na over de mannen die hier tijdens de razzia opgesloten hebben gezeten. „Moeder heeft ons verteld dat onze vader in de kerk heeft gezeten voordat hij werd vrijgelaten. We zijn nog nooit in deze kerk geweest. Het is goed om hier een keer te zijn.”
Het gezin Van der Burg is tot augustus 1945 in de Kerkstraat in Putten blijven wonen, ook al werd kruidenier Otto van Noggeren bij de razzia weggevoerd. Van Noggeren is op 26 november 1944 overleden in kamp Aurich-Engerhafe.
De broers: „We mochten niet eerder terug, Arnhem was oorlogsgebied. Pas in augustus 1945 zijn we uit Putten vertrokken, terug naar ons huis en de kruidenierswinkel in Arnhem. Vader heeft het werk weer opgepakt. We zijn wel altijd in contact gebleven met de familie Van Noggeren.”
Job van der Burg wilde graag nog een keer in Putten kijken. Zijn gezondheid is slecht en hij verwacht dat hij nog maar kort zal leven. Daarom is hij met zijn broer en zijn zoon naar Putten gegaan. „Putten is mijn geboortedorp. De geschiedenis van Putten is ook onze geschiedenis.”
Stichting Oktober’44 doet een oproep aan mensen die nog herinneringen hebben aan de razzia van oktober 1944 en de gebeurtenissen daar omheen. Pieter Dekker van Stichting Oktober’44: ,,Iedere keer als iemand een verhaal vertelt komen er weer puzzelstukjes bij. Nu leven er nog mensen die de geschiedenis hebben meegemaakt. We willen de verhalen heel graag horen. Het zou jammer zijn als mensen overlijden en hun verhaal nooit is gehoord.” |