Stentor 2-1-2024
Oorlogsmonument in Putten beklad met gifgroene leuzen: ‘Dit raakt ons echt diep’
Het monument ter herdenking van de razzia van Putten in oktober 1944 is beklad. Wie doet zoiets? In Putten zijn mensen geschokt. In de nacht van zaterdag op zondag heeft iemand in gifgroene letters ‘7 oktober 23' en een Davidster op de tegelmuur van het gebouw bespoten.
Melis Geurts, penningmeester van de Stichting Oktober 44 moest even twee keer kijken toen hij vanmorgen uit de kerk kwam, langs het herdenkingsmonument reed en de gifgroene letters zag. ,,Huh? Wat is dat nou? Ik was echt in shock. Wat staat er nou eigenlijk? En waarom? Is het nou pro of anti Israël? Ik weet het eigenlijk nog steeds niet.”
Meteen belde hij andere bestuursleden en de politie om aangifte te doen. Die nam het serieus op. Ze kwamen kijken en deden onderzoek, ze keken naar voetafdrukken, ze hebben de spuitbus gezocht, en gevraagd naar mogelijke camera beelden. Ondanks de jaarwisseling was de politie binnen een half uur ter plekke, vertelt Geurts aan zijn keukentafel.
Hij is er een beetje onthutst van allemaal. Meteen nadat ze het op Facebook hadden gezet kwamen er telefoontjes. Het bericht is 277 keer gedeeld. ,,Dan blijkt maar weer dat dit nog steeds heel erg leeft in Putten. Het raakt ons echt diep. Dat juist dat monument beklad wordt, heeft grote impact.”
,,Mijn eigen opa is ook afgevoerd geweest in 44 en er zijn mensen die familieleden hebben verloren, dus dat komt meteen weer boven. Ook al is het lang geleden.”
Slachtoffers
In 1944 werden 659 Puttense mannen opgepakt door de Duitsers, als een vergeldingsactie op een daad van het verzet in Putten. 552 mannen kwamen daarbij om het leven. De gebeurtenis heeft een gat geslagen in Putten, die tot op de dag van vandaag voelbaar is. In 1992 werd het gebouw ‘oktober 1944' geopend, ter nagedachtenis aan al die slachtoffers.
Mevrouw Muys staat aangedaan in haar keuken, ze is net 80 geworden en woont samen met haar man pal naast het monument. ,,Mijn vader was één van die mannen. Ik was zelf tien maanden oud. Maar mijn moeder is er nooit meer overheen gekomen.”
Vannacht hebben ze niets gezien of gehoord, ook haar man kijkt verbouwereerd. ,,We begrijpen hier niets van, waarom zou je zoiets doen?”
Haar hand is voor haar mond geslagen. ,,Ja, dit vind ik wel heel erg, dat iemand dit doet.” Haar moeder leefde nog toen het monument geopend is. Maar zij wilde er niets van weten. Ze schudt haar hoofd. ,,Ik denk dat ze dat niet aan kon.”
Voor of tegen
Bij het monument is niemand. In de straten knalt zwaar vuurwerk. Gerrie van der Ruitenbeek woont iets verderop. ,,Ik weet niet wat het betekent. Ik weet niet of het tegen Israël is,” zegt ze in de deuropening. ,,Wat het ook is, je gaat niet iets op dat gebouw spuiten.”
Bij Melis Geurts thuis is ook zijn vrouw Betsy er door geraakt. ,,Dit is net zoiets als grafschennis. Het is emtioneel beladen. We hebben ook al eens eerder gehad dat het vrouwtje van Putten zwart was geverfd. (Een treurende weduwe, een monument in 1949 door koningin Juliana onthuld. red.)Toen was ook heel Putten woest.”
Melis denkt niet dat dit een onbezonnen daad is. ,,Maar het is in ieder geval iemand die niet begrepen heeft waar dit monument voor staat. Als het Pro Palestina was geweest had er waarschijnlijk iets anders gestaan.” Betsy denkt wel aan iets onbezonnens; lekker overmoedig met drank in je lijf zoiets erop kladderen.
Ontdaan
Even later staan we voor het gebouw. Wat de Davidster met de twee streepjes betekenen weet Geurts ook niet. Is het misschien een Israëlische vlag? ,,Maar al is het pro Israël, dan begrijp ik het nóg minder. Want dan doe je dat niet op deze plek. Wat bezielt je om dat hier op te kladderen, ik zie het verband gewoon niet. Ik ben er echt een beetje ontdaan van.”
Het gebouw is normaal gesproken toegankelijk na het drukken op een bel. Dat heeft hij vanmorgen meteen afgesloten.Hij staat hoofdschuddend naar de druipende letters te kijken. Komende dinsdag wordt het schoongemaakt. ,,Het gaat niet om de kosten daarvan, maar Putten is hierdoor in het hart geraakt.”
Onacceptabel
Burgemeester Lambooij van Putten begrijpt niets van de bekladding die verwijst naar de aanval van Hamas op Israël.. ,,Volstrekt onacceptabel. Van onze monumenten blijf je af. We laten het zo snel mogelijk verwijderen.”
Even later plakken BOA's met plastic de letters af, dat is aan het einde van de middag in overleg met de burgemeester en de Stichting besloten. Lambooij: ,,In Putten is dit een van de twee belangrijkste monumenten, als je daar aanzit, raakt dat Putten diep. Dinsdag kan het pas worden schoongemaakt, maar we vinden toch dat die leuzen nu al aan het zicht ontrokken moeten worden.”
De politie is niet bereikbaar voor commentaar.
RD 3-1-2024
„Bekladding gevolg van Jodenhaat”
Gert Janssen
Rabbijn Binyomin Jacobs in gesprek met voorzitter Jan van den Hoorn van de Stichting Oktober 44.
Putten staat voor een raadsel. Wie heeft de gedachtenisruimte van de Stichting Oktober 44 beklad?
En waarom? De boodschap is niet helder.
In de nacht van zaterdag op zondag hebben onbekenden met groene graffiti de tekst „7 oktober ’23” op de voorzijde van het gebouw gespoten. Met daarnaast een davidster, voorzien van een streep eronder en erboven. Maar wil de dader dat deze datum van de gruwelmoord van Hamas op Israëlische burgers niet vergeten wordt, of is het precies andersom? Is het een eerbetoon aan Hamas, omdat juist de kleur groen (uit de vlag van Hamas) als verf is gebruikt? Niemand die het weet. De actie is vooralsnog door niemand opgeëist, vertellen voorzitter Jan van den Hoorn en bestuurslid Melis Geurts van de stichting.
Politiewoordvoerder Simen Klok laat weten dat de politie de zaak onderzoekt. „We hebben met omwonenden gesproken en er zijn camerabeelden bekeken. Er is nog niemand aangehouden. Meer details kunnen we niet geven.”
De gedachtenisruimte aan de Dorpsstraat in Putten herinnert aan de razzia op 1 en 2 oktober 1944. Toen werden 659 mannen weggevoerd; de meesten moesten naar het Duitse werkkamp Neuengamme. Na de bevrijding keerden er slechts 48 terug. Ieder jaar worden de slachtoffers herdacht. De razzia blijft een open wond in de gemeenschap. Groot was dan ook de verbijstering toen zondagmorgen de bekladding werd ontdekt. De gemeente nam direct maatregelen door de tekst af te dekken en de volgende dag te laten verwijderen door een schoonmaakbedrijf.
Pal naast het gebouw wonen Everard en Janna Muis. De bekladding noemen ze erg pijnlijk. De vader van mevrouw Muis was een van de mannen die in oktober 1944 werd weggevoerd. Hij keerde nooit terug. „Ik snap niet wat deze daders heeft bezield. Deze ruimte heeft niets met de oorlog in Israël te maken. Wij hadden pas in de gaten wat er aan de hand was toen we politie bij het gebouw zagen lopen. Er is hier ook nog een agent geweest om te vragen of wij misschien camerabeelden hadden. Maar die is alleen op onze achterdeur gericht. We hebben niets gezien of gehoord.”
Volgens de bestuursleden is inmiddels de verfbus van de dader gevonden in de struiken 100 meter verderop, dankzij een snuffelende hond. „Als ik de dader was zou ik nu toch zenuwachtig worden. Zeker als zijn vingerafdrukken op de bus staan. De winkel waar de verf is gekocht, is vermoedelijk ook eenvoudig te achterhalen.”
Van den Hoorn en Geurts hebben geen idee wat de beweegreden is geweest voor de bekladding. Verbaasd zijn ze ook over de landelijke media-aandacht. „Mensen zijn geschokt en via internet krijgen we veel steunbetuigingen.”
Voor rabbijn Binyomin Jacobs was de graffiti-aanslag reden om dinsdag naar Putten af te reizen en het stichtingsbestuur een hart onder de riem te steken. „Dit gebouw is eigenlijk een grafzerk zonder graf. De nagedachtenis van de slachtoffers wordt op deze manier besmeurd. Dat doet ook mij pijn. De bekladding is onlogisch. De strijd tussen Israël en Hamas op dit moment, heeft niets te maken met wat hier in 1944 is gebeurd.”
Jacobs ziet in de tekst een uiting van antisemitisme, iets was hij dagelijks zelf aan den lijve ondervindt. „Enkele dagen geleden liep ik langs een basisschool en werd ik door kinderen uitgescholden voor vuile Jood. Ik durf al vijftien jaar niet meer in een trein te stappen.”
Volgens Jacobs is het „van de zotte” dat Joden in Nederland gevaar lopen vanwege de oorlog in Israël. „Er zijn zoveel brandhaarden in de wereld. Dat boeit niemand. Dat wordt plotseling anders als Israël er bij betrokken is. Dan barst de haat los. Dat Putten een christelijk dorp is en er een band is tussen Joden en christenen, is voor mij een extra motivatie om hier vandaag te zijn en de mensen te bemoedigen.”