Oktober 44, 659 mannen weggevoerd... slechts 48 keerden terug

 

Het was tijdens de reis naar Neuengamme dat ik al lopend naar de gedenksteen voor de weggevoerden  van de razzia uit Putten, waar we de krans zouden leggen, in gesprek raakte met Kees Veerman. Kees maakte samen met zijn zus Alina van Wilgenburg en zijn moeder Mieke Veerman - Stoffer deze reis. Voor Kees en Alina was het de eerste keer dat zij de reis maakten. Lopend langs een aantal gedenkstenen die daar langs het pad lagen, vertelde Kees dat zijn opa Cornelis Stoffer was omgekomen in Neuengamme en was overleden op oudejaarsavond 1944. Ik maakte Kees er op attent dat het mogelijk is om daar ook een gedenksteen te plaatsen. Het enige wat hij tegen me zei was: “O ja?” Zes weken later kreeg ik een e-mail van Kees dat hij graag een gedenksteen voor zijn opa wilde plaatsen. Direct heb ik toen contact opgenomen met de directeur van de KZ-Gedenkstätte Neuengamme, de heer Garbe. Deze stond er zeer positief tegenover en binnen één week hadden we groen licht van de directie. Cornelis Stoffer had drie kinderen: Jan, Gerrie en Mieke. Jan is inmiddels overleden. Mieke had in 1998 Neuengamme voor het eerst bezocht. Zij dacht daar een graf van haar vader te vinden, maar toen zij hoorde dat daar alleen een asverstrooiveld was, schrok zij daar van. Dat had ze niet verwacht. Zij wist niet dat alle omgekomen mannen in Neuengamme gecremeerd waren. Dochter Gerrie daarentegen kon het nooit opbrengen om de reis naar Neuengamme te maken. In goed overleg met de familie had Kees inmiddels een steen laten maken met de foto van zijn opa erin gegraveerd. De bedoeling was om Cornelis Stoffer een gezicht te geven. Op 30 december heeft de hele familie bestaande uit kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen de reis naar Neuengamme gemaakt. Samen met Jannie van Roon,  medebestuurslid van de Stichting Oktober 44, ben ik eerder vertrokken naar het voormalige concentratiekamp Neuengamme. Daar heb ik de steen geplaatst met de Nederlandse vlag er over, zodat Mieke en Gerrie hem konden onthullen. Voorafgaande aan de onthulling heeft Kees onderstaande indrukwekkende toespraak gehouden over zijn opa:

Nagedachtenis Cornelis Stoffer

Lieve Mama, Tante Gerrie, familie,

Het was laat in de avond van 14 oktober 1944, nu zo’n 62 jaar geleden, dat onze vader, opa en overgrootvader in dit kamp aankwam samen met 600 andere Puttenaren. De 600 Puttenaren waren tijdens de razzia op 1 oktober opgepakt en via kamp Amersfoort weggevoerd naar dit concentratiekamp Neuengamme. Op dat moment in de oorlog, de Duitsers werden op alle fronten verslagen en teruggedrongen, was het een verschrikking in het kamp. Het was overvol, eten was er onvoldoende en de Duitse bewaarders waren een verschrikking. Dit alles werd voor Opa nog eens versterkt omdat hij zijn gezin, vrouw met drie jonge kinderen node miste.  Na een strijd van bijna 3 maanden stierf  Opa op 31 december 1944. Morgen dus precies 62 jaar geleden. Het leed dat Opa heeft moeten doorstaan, werd mij onlangs meer duidelijk toen ik tijdens een bezoek bij neef Kees Stoffer enkele brieven las van Opa aan Oma gericht. Deze brieven stammen uit de jaren dertig en daaruit bleek de grote zorgzaamheid die Opa zo kenmerkte. Nu zoveel tijd later staan we hier op deze plek om onze geliefde vader, Opa en overgrootvader te gedenken. Nooit zullen wij Cornelis Stoffer vergeten, het leed dat hij heeft moeten doorstaan en de gruwelijkheden die tijdens de oorlog hebben plaatsgevonden. Wij allen, het nageslacht van Cornelis Stoffer, zullen er zorg voor dragen dat zijn dood en die van vele anderen voor altijd in onze gedachten zal zijn.

Alina las het gedicht van Oma dat tijdens haar begrafenis in 1982 werd voorgedragen:



Als een arme zondaar
ga ik tot mijn Vader.
Elke dag een stapje meer,
elke dag een stapje nader.

Als een arme zondaar,
kniel ik voor Hem neer.
En ik sla, vol schaamte,
mijn ogen neer.

Maar Hij neemt mij bij de hand,
leidt mij zachtjes voort,
Verder steeds en verder nog,
tot aan de Hemelpoort.

Daar gaat op Zijn bevel,
de poort wijd open.
En mag ik zonder angst en vrees,
zó maar binnen lopen.

Wat ik toen aanschouwen mocht,
was onbeschrijfelijk schoon:
Miljoenen, klein en groot,
knielend voor des Vaders troon.

En zij zongen:
Ere zij aan God de Vader,
ere zij aan God de Zoon,
en aan de Heilige Geest ook,
de Drieëenheid op zijn troon.

En ik, ik stond van verre,
ik stond in de verste hoek.
Maar toch, ik was toch binnen,
want mijn naam stond in Zijn boek.


Mieke en Gerrie hebben toen de steen onthuld en daarmee hebben zij Cornelis Stoffer uit de anonimiteit gehaald en hem een waardig graf gegeven.

 

Het was een emotionele reis die veel los heeft gemaakt, maar ook veel goeds heeft gebracht.

 

 

Na 62 jaar is Cornelis Stoffer de eerste Puttenaar die in Neuengamme een gedenksteen heeft gekregen.



Maart 2007 Gert van Dompseler

Stichting Oktober 44
Midden Engweg 1
3882 TS Putten

Design by Acadia