Een dramatisch schot tijdens de bevrijding
PUTTEN 18 april 1945
Op 2 oktober 2004 zijn mijn zus en ik naar Putten gegaan om te herdenken wat er allemaal gebeurd is in 1944. Ik woonde destijds bij mijn andere zus en zwager in Putten. Mijn zwager Frans Weits, was de chef bij de Albert Heijn. Wij woonden midden in het dorp. Die zondag op 1 oktober 1944, zal ik nooit meer vergeten wat er toen allemaal gebeurde. Ik was ook in de kerk. Angstig was het, tot politieman Jansen naar mij toe kwam(mijn zus was ziek; zij had 5 kinderen en was alleen thuis). Dit wist hij en hij zei: ik zal ziendat jij een briefje krijgt dat je naar huis mag. Ik kreeg dat briefje. Wij moesten een wit laken uithangen. Dat was het teken dat er ziekte in huis was. Mijn zwager en de bediende zaten in de school. Alle mannen waren in de school en de oudere mannen, vrouwen en kinderen waren in de kerk. De volgende dag moesten wij vluchten naar Ermelo.
Die maandag werden alle mannen weggevoerd naar Amersfoort. Mijn zwager werd daar ziek, hij kreeg difterie en kwam in de barak te liggen. Ik denk na zo’n 1,5 maand kwam hij onverwachts thuis. Niet Johan de bediende die is gestorven in Duitsland. Verder waren het angstige jaren tot de bevrijding kwam. De buren, familie Lenstra, de hele familie en ik hebben twee nachten in de wijnkelder van Albert Heijn doorgebracht. De derde ochtend hoorden wij iemand loopen in de zaak boven ons. Het was een Canadees. Hij vertelde ons dat wij bevrijd waren. Nu, wat een opluchting. Mijn zus had een hulp in de huishouding die ook bij ons in de kelder was. Zij heete Akke Schotanus en kwam uit Harlingen. Toen zei ik tegen Akke: Laten we naar buiten gaan om te kijken. Akke durfde eerst niet en toen heb ik haar toch meegenomen met de oudste zoon van Tony, mijn zus. We liepen het dorp in en de eerste tank kwam binnenrollen. De militair deelde sigaretten en chocolade uit. Het was druk op straat. Wij stonden voor de tank vlakbij de loop. De militair bukte zich om meer sigaretten en chocolade te pakken. Hij raakte toen een knop die niet op veilig stond en daarmee vuurde hij het machinegeweer af Diverse granaatkogels werden afgevuurd. Mevrouw Bedijn, die schuin tegenover ons woonde, was meteen dood en Akke Schotanus ook. Zelf kreeg ik een schampschot langs mijn hoofd. Ik bloedde hevig en raakte in coma. Iemand heeft mij gelijk geholpen. De Canadese artsen hebben mij met een jeep afgevoerd naar Nijmegen. Daar heb ik 6 weken gelegen. Ik lag op een zaal met allerlei gewonden en was de enige uit Putten die daar lag. Ik ben daar priema geholpen, iedereen was goed voor mij . Ik wist niets van de doden. Dit hoorde ik pas toen ik naar huis kon. Daar ben ik toen vreselijk van geschrokken. Akke was verloofd met Henk Doppenberg uit Huinen. Ik weet niet of Henk of zijn familie nog leeft.
Zaterdag 2 oktober 2004 heb ik verschillende mensen gesproken die ook Doppenberg heten, maar die wisten nergens van. Dat vond ik vreemd
Akke is begraven in Putten en later herbegraven in Harlingen
Nieuwegein 2004
© Wijke Sybenga 86 jaar.