De oorlog NPS uitzending 29-11-2009
Naar aanleiding van de aanslag van de groep-Stauffenberg van 20 juli 1944 op Hitler, vaardigde de Führer in de zomer van 1944 het zogenaamde Niedermachingsbefehl uit.
Dat gaf de bezettingsautoriteiten ook in Nederland een vrijbrief om elke verzetstrijder (of wie ze daar voor aanzagen) direct neer te schieten. De toepassing daarvan en de steeds scherpere represailles als antwoord op verzetsdaden voerden de geweldspiraal nog verder op.
De bekendste en schokkendste represaillemaatregel uit de oorlog in Nederland is ongetwijfeld de actie tegen het Veluwse dorp Putten, begin oktober 1944. Na een aanslag is een groot deel van de mannelijke bevolking weggevoerd naar dwangarbeiderskampen in Duitsland, en een deel van het dorp is in brand gestoken.
In totaal hebben ruim 550 Puttenaren het leven verloren als gevolg van de Duitse represailles – het dorp is de gebeurtenissen nooit echt te boven gekomen.
Het in brand steken van huizen was kort tevoren door de SD-chef Schöngarth aanbevolen in een notitie over de manier waarop ‘terroristen en saboteurs’ zouden moeten worden bestreden. Het wegvoeren van weerbare mannen paste eveneens in het beleid van de bezetter in die fase van de oorlog.
Bron NPS